

De Belastingdienst zal bij het overlijden van een schenker beoordelen of de schenking op papier belast moet worden met erfbelasting als fictieve verkrijging door de begiftigde. Bij een schenking op papier blijft de schuld buiten de heffing van erfbelasting (artikel 10 van de Successiewet) als is voldaan aan de volgende twee voorwaarden:
- De schenker heeft daadwerkelijk jaarlijks een vergoeding betaald voor het door hem op papier geschonken bedrag;
- De vergoeding is ten minste gelijk zijn aan 6% van het geschonken bedrag (artikel 10, derde lid, van de Successiewet).
De daadwerkelijke jaarlijkse vergoeding van ten minste 6% van het geschonken bedrag volstaat, ook als de zakelijke rente op zich hoger zou zijn dan 6%. Door het opnemen van deze 6%-normrente wordt enerzijds bereikt dat hetgeen de overleden schenker geacht kan worden te genieten aan een maximum wordt gebonden en anderzijds dat er ook genot is als de vergoeding daar beneden ligt. Dus ook bij bijvoorbeeld een rente van 5,8% is er sprake van genot; een beetje genot is immers ook genot. Het genot is ook behouden indien 10% is overeengekomen en de ouder 6% betaalt. In dit geval heeft de ouder het genot over de rente behouden
Overgangsrecht voor schenkingen op papier van voor 1 januari 2010.
Is er voor 2010 een schenking op papier gedaan met een lagere rente dan 6% dan blijft heffing erfbelasting bij het overlijden van de schenker achterwege, als de betrokkenen in redelijkheid mochten aannemen dat de afgesproken rente zakelijk was. Uiteraard dient deze rente dan daadwerkelijk en jaarlijks tot het overlijden van de schenker te zijn betaald. Is door partijen afgesproken dat de rente jaarlijks is te herzien dan zijn wij van mening dat er vanaf 1 januari 2010 6% rente vergoed dient te worden over het geschonken bedrag. Hetzelfde geldt voor als de rente wordt gewijzigd, of als bijvoorbeeld een rentevastperiode in de overeenkomst is afgesproken en deze afloopt, vanaf dan wel 6% rente betaald moet worden
De rente moet op tijd zijn betaald
Als op het moment van overlijden niet alle verschuldigd geworden rente daadwerkelijk is betaald, dan is er sprake van een fictieve verkrijging op volgens artikel 10 van de Successiewet. Met andere woorden moet er erfbelasting betaald worden over het geschonken bedrag.
Lopende termijn
Voor de nog niet verschuldigde rente over de op het moment van overlijden nog lopende termijn geldt het volgende. Als deze rente na overlijden wordt betaald of verrekend, dan wordt door de Belastingdienst aangenomen dat deze rente is betaald. Dit geldt echter alleen als de rentetermijn maximaal een jaar is.
Inhaalbetalingen om erfbelasting te voorkomen
Alle al verstreken rentetermijnen moeten op het moment van overlijden zijn betaald. Bij een te late betaling vóór het overlijden wordt toepassing van artikel 10 van de Successiewet voorkomen als op het moment van het overlijden:
- de rente zelf is betaald;
- over de te laat betaalde rente een samengestelde rentevergoeding is betaald over de periode vanaf het moment van de verschuldigdheid van de rente tot de daadwerkelijke betaling van de rente;
- die samengestelde rentevergoeding gelijk is aan de overeengekomen rente bij de schuldigerkenning. Als die rente hoger is dan 6%, kan worden volstaan met een samengestelde rente van 6%.
Als de rente of de samengestelde rentevergoeding dus tijdens het leven van de schenker niet daadwerkelijk of niet geheel is betaald, is artikel 10 van de Successiewet van toepassing, over het gehele geschonken bedrag.
Bron: BLKB 2012 103, OVBSW, Erfbelasting, Toepassing art. 10 vd Successiewet 1956